Van pelgrim tot herbergier

Voor mij voelt het alsof het één vrij logisch uit het ander vloeit. Maar het verhaal moet op jullie een beetje overkomen als een achtbaan. Met wat onnavolgbare wendingen. So… Buckle up!

Het ene moment ben je de Camino aan het lopen, het volgende moment ben je herbergier. Vorige week zaterdag zette ik voet in Galicië, de regio in het noord-westen van Spanje, de regio waar Santiago de Compostella ligt. Ik was de Via de la Plata en de Camino Sanabrés aan het lopen en zou via Ourense naar Santiago gaan. Maar die nacht kon ik niet slapen. Er vormde zich allemaal plannetjes in mijn hoofd. Zou ik de trein pakken naar Ourense, of zelfs naar Santiago? Daar wat mensen gaan opzoeken?

Ik besloot om richting Astorga te gaan. Daar had een pastoor van een klein boerendorp gevraagd of ik wilde komen praten over het beheren van zijn parochie-herberg.   Op zondag zou ik de bus naar Benavente pakken, loodrecht onder Astorga. Daar zou ik in de herberg kunnen overnachten om de volgende dag door te reizen naar Astorga. Aangekomen in Benavente bleek de herberg echter dicht. Op zondag kan men alleen tot 12 uur de sleutel ophalen en er waren die dag blijkbaar geen andere pelgrims gearriveerd.

Ik sjokte terug naar het busstation. Er ging die dag niks meer naar Astorga. Wel naar Leon, zo’n 50 km ten Oosten van Astorga. Ook daar kende ik mensen. En zou ik misschien ook in de pelgrimsherberg kunnen slapen. De kans was echter klein: ik zou tegen 20:30 aankomen. In deze tijd van het jaar zijn veel herbergen op de Camino Francés rond 14:00 wel vol. Maar het zou in ieder geval leuk zijn om de Benedictinessen weer even te zien die die herberg runnen, samen met vrijwilligers. ‘S avonds bidden zij de completen met pelgrims. Daarna zou ik dan opzoek gaan naar een goedkoop hostel.

Tot mijn verbazing was er gewoon nog genoeg plek in de herberg. En een oude bekende, Raquel, die de vrijwilligers voor die herberg coordineert en werkt voor het klooster, bleek toevallig aan het werk. Ik maakte snel mijn bed op, liet mijn rugzak achter in de slaapzaal en zocht Raquel op. De verrassing was van haar gezicht af te lezen. We hadden elkaar al zeker 4 jaar niet gezien, maar ze herkende me nog. Mijn Spaans was veel verbeterd, zei ze. Dat mag ik hopen ja!

Nog altijd was ik voornemens om de volgende dag naar Astorga door te reizen. Maar toen Raquel me vroeg of ik niet een paar dagen kon blijven om te helpen het gat tussen vertrekkende en arriverende herbergiers op te vullen, was mijn keuze snel gemaakt. Ik kon immers ook vanuit Leon op en neer naar het boerendorp van die pastoor. Zo kwam het dat ik zondagochtend de Camino verliet als pelgrim, om op maandagochtend in Leon aan de slag te gaan als herbergier.

IMG_0056

Ik bleef uiteindelijk 5 dagen. ‘S ochtends om 05:30 op om het ontbijt klaar te zetten, pelgrims uitzwaaien, schoonmaken, nieuwe pelgrims verwelkomen en helpen waar mogelijk. Waar mogelijk haakte ik aan bij de getijdengebeden van de zusters. Om 19:00 was dagelijks de mis en om 21:00 uur de completen met een pelgrimszegen. Als we om 22:30 de deur dicht deden en de laatste pelgrims hun bed opzochten, doken we als vrijwilligers vaak nog even een lokale kroeg in voor een afzakkertje. Niet te lang, want de volgende dag stond de wekker weer om 05:30…

Op dinsdag ben ik langsgeweest bij de parochieherberg van die pastoor. Een oud pand, ooit opgeknapt door het Duitse genootschap, maar dat bleek al ruim 20 jaar terug. Het staat vol met oude troep. Het mooiste was misschien wel de tuin. De pastoor bleek vrij open voor al onze plannen. Als hij er maar geen omkijken naar heeft. Nu dus de vraag aan ons of dit iets voor ons zou kunnen zijn.

Ik heb echt volop genoten van mijn dagen in León. Herbergieren blijft toch het leukste wat er is. Het contact met de pelgrims, de blije maar vermoeide gezichten, de aandacht die je mensen kan geven. De herberg in León is wel erg groot, ruim 130 bedden, maar toch maakt het telkens weer een groot verschil hoe je mensen ontvangt.

Op donderdag en vrijdag arriveerden de nieuwe vrijwilligers. Met het team weer op volle sterkte leek me dat een mooi moment om te gaan. Ik contacteerde Rebekah, afgelopen jaar hadden we al eens flink uitgepuft in haar huis in Moratinos. Ik was welkom wanneer ik maar wilde, zei ze. Ik heb er bijna een hele dag geslapen.

Inmiddels is ook mijn volgende herbergiersklus weer in zicht. In Carrion de los Condes, de herberg van ‘mijn zusters’, kunnen ze komende week wat hulp gebruiken. Ik ga morgen – zondag – die kant op om nog een staartje Pinksteren met hen te kunnen vieren.

 

 

Een gedachte over “Van pelgrim tot herbergier

  1. Met zoveel sociale kwaliteiten wordt je vast een geweldige herbergier. En dan kun je ook nog schrijven, werkelijkheden oproepen. Ik ga je graag volgen. Ton

    Like

Plaats een reactie